Vaste stoffen (totaal en opgelost)

De niet vooraf gewogen glasvezelfilters zijn niet voorgewassen. Hach heeft geen specifieke procedure voor het voorbereiden van de filters. Het wordt aanbevolen om de filters voor te bereiden of te conditioneren volgens de vereisten van de standaardmethode 2540 D.

Hoewel gesuspendeerde vaste stoffen troebelheid veroorzaken, is een troebelheidsmeting niet hetzelfde als een meting van gesuspendeerde vaste stoffen. Een meting van gesuspendeerde vaste stoffen, zoals gedefinieerd door de USEPA, bepaalt de hoeveelheid vaste stoffen in een monster op gewicht, waarbij een troebelheidsmeting aangeeft hoe de gesuspendeerde vaste stoffen licht verstrooien. Wanneer de deeltjessamenstelling van het monster verandert, kunnen de kenmerken van de lichtverstrooiing van het monster onvoorspelbaar veranderen. Als bekend is dat de deeltjessamenstelling van het monster in de loop der tijd consistent is, kan het mogelijk zijn om een correlatie tot stand te brengen en vervolgens troebelheidsmetingen te gebruiken om de hoeveelheid gesuspendeerde vaste stoffen te schatten.

Hiervoor zou een kalibratiecurve van gesuspendeerde vaste stoffen (gravimetrisch bepaald) moeten worden gemaakt versus gemeten troebelheidswaarden (NTU) voor een reeks monsters met verschillende concentraties gesuspendeerde vaste stoffen. Zelfs in deze gevallen vertonen veel monsters geen lineaire relatie tussen gesuspendeerde vaste stoffen (ppm) en de troebelheidswaarde (NTU). Dit kan worden veroorzaakt door interferentie zoals kleur, deeltjesvorm, verdeling en lichtabsorptie. Zo vertoont een natuurlijk monster met een troebelheid van 500 NTU, nadat het 5-op-1 is verdund met gedestilleerd water, vaak een troebelheid van aanzienlijk meer dan 100 NTU.

Totaal vaste stoffen (TS) is de som van zowel het totaal gesuspendeerde vaste stoffen (TSS) als het totaal opgeloste vaste stoffen (TDS) in het water: TS = TSS + TDS.

De Solitax sc-sensor heeft een infrarood (IR) LED als lichtbron en twee detectoren. Eén detector bevindt zich op een 90°-bundelverstrooiing om de troebelheid te meten en de andere detector bevindt zich 140° van de straal als referentie voor teruggestrooid licht. De troebelheidsmeting wordt uitgevoerd met een fabriekskalibratie met een hoek van 90°. Bij de meting van gesuspendeerde vaste stoffen worden beide detectoren van 90° en 140° gebruikt.

Voor het meten van gesuspendeerde vaste stoffen is kalibratie voor het werkelijke monster vereist om optimaal te compenseren voor deeltjesgrootte en -vorm die kenmerkend zijn voor de meetlocatie. Als de waarden voor vaste stoffen onjuist zijn door belangrijke factoren die de kalibratie niet kan corrigeren, reinigt u het optische apparaat met 10 % HCl voordat u een steekmonsteranalyse uitvoert voor herkalibratie. Zorg ervoor dat de steekmonsteranalyse op de juiste wijze wordt uitgevoerd met geschikte laboratoriummethoden.

Als het probleem zich nog steeds voordoet, werkt de tweede detector mogelijk niet goed en moet het instrument ter plaatse of in ons serviccentrum worden gerepareerd door Hach-service-engineers.

TDS-resultaten worden afgeleid van geleidbaarheid. De CDC401 gebruikt standaard een TDS-factor van 0,5 op basis van natriumchloride. Deze factor kan worden aangepast en voor de hoogste nauwkeurigheid moet deze worden bepaald aan de hand van een wettelijk goedgekeurde gravimetrische methode, zoals Hach-methode 8163. Gravimetrische methoden bepalen het werkelijke gehalte vaste stoffen door een combinatie van filteren, verdamping en gewicht.